Naar een sterkere eenheid door European Code Civil?

 


Inleiding

Nu de lichte economische crisis voorbij lijkt te zijn en de Euro op de beurzen genoteerd staat, is het wellicht interessant voor een reflectie van de huidige stand van zaken betreffende het groeien van de lidstaten naar een sterker verenigd Europa? De EU-burger heeft op verschillende (publiekrechtelijke) gebieden de veranderingen al gemerkt. Wat valt er nog te zeggen over de 'Europese invloed'  op de verhoudingen tussen burgers onderling. Worden Europese onderdanen beter beschermd binnen Europa? Hoe zit het met de zo door J.J. Rousseau gepredikte gelijkheid van mensen? En het gedachtegoed van Montesquieu1, bestaat die dan nog? 


Eenheid privaatrecht EU-landen

Een eenheid impliceert een zekere mate van gelijkheid, bijvoorbeeld op privaatrechtelijk gebied. Op een aantal van die gebieden bestaat al een minimum bescherming2: de eigendom en bepaalde gebieden van het contractenrecht namelijk het vraagstuk over het beëindigen van de handelsagentuur (vertegenwoordiging). Ook bestaat er consumentenbescherming en een zekere mate van bescherming van arbeiders. Verder valt nog te noemen: ondernemingsrecht, colportagerecht en financieel recht met betrekking tot vergunningen, bijvoorbeeld de verzekeringen. De laatste ontwikkelingen vonden plaats op het gebied van bescherming van intellectuele eigendom en company law/anti-trust law. 
Er bestaan nog geen algemeen geldende regels voor  het personen- en familierecht, goederenrecht, verbintenissenrecht, burgerlijk procesrecht, internationaal privaatrecht met uitzondering van EEX-verdrag3 en het faillissementsrecht. Er bestaat al wel een Europees Insolventieverdrag maar het VK heeft dit niet ondertekend vanwege perikelen rond de gekke-koeien-ziekte4


Europese Code Civil?

Sinds een aantal jaren doen verschillende commissies een poging om tot een Europese Code Civil (ECC) te komen, bijvoorbeeld de commissie Lando, Cornell en het Trento Common Core project. Over het algemeen is men het er over eens dat ‘opting in’ en ‘opting out’ van de European Code mogelijk moet zijn, maar het zal niet verwonderlijk klinken dat dit de privaatrechtelijke eenheid niet echt zal bevorderen. Over de ' scope and general rules of a european civil code5', is men het inmiddels wel eens geworden, maar daar zal ik hier niet verder op ingegaan6
De wettelijke basis voor een ECC is -volgens Tilman-  vooral in artt. 100 en 100A  EU-verdrag te vinden7. De derde peiler (art. K1) is daarvoor niet geschikt, omdat het de jurisdictie van het Europese Hof wat betreft privaatrechtelijke geschillen niet regelt.  


Harmonisatie van recht
Het verdrag van Maastricht wijst ons op de gedachte dat8 naast de subsidiariteit van art. 3b EU-Verdrag de lidstaten dienen te pogen onder andere economische en sociale groei te verwezenlijken, een eenheidsmunt te vestigen, een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid te ontwikkelen en op het gebied van binnenlandse zaken en justitie samen te werken. In principe laat het verdrag het privaatrecht over aan de lidstaten zelf. 

Er is nog een andere mogelijkheid om een ECC te vormen namelijk op grond van een wetenschappelijke basis. De rechtsvergelijking geeft aan dat er voor harmonisatie van recht9 verschillende opties bestaan. 
Te denken valt aan het sluiten van een verdrag, waarvan het nadeel is dat men toestemming van verschillende landen moet hebben. Dit verdag kan ook in combinatie met een eenmakingswet gesloten worden, dat is als het ware een brief die aangeeft hoe de landen het moeten naleven. Verder kan gedacht worden aan een modelwet,  waarin men een bepaald plan voor harmonisatie voorstelt. Het nadeel hiervan is dat het geen volkenrechtelijke verplichtingen voor de verschillende landen met zich meebrengt.


Europese bank wederopbouw

Men kent bijvoorbeeld een Europese bank voor wederopbouw, deze heeft allerlei modelwetten opgezet met betrekking tot de  wederopbouw in Oost-Europa.  Het uitvaardigen van een  Europese verordening blijk in de praktijk een zeer krachtig harmonisatiemiddel te zijn. Ook het uitvaardigen van Europese richtlijnen is een goed middel voor privaatrechtelijke unificatie van recht. Bij horizontale direkte werking is er overigens haast geen verschil tussen een richtlijn en een verordening, omdat men geen unanimiteit meer nodig heeft om de richtlijn geldig te verklaren. Het nadeel van richtlijnen is,  wanneer bepaalde privaatrechtelijke codificeringscommissies een andere visie hebben -wat betreft de rechtsoplossing-  dan die van de richtlijnopsteller, soms het onderspit delven. Er kan dan alsnog een richtlijn uitgevaardigd worden die eigenlijk veel te beperkend en bijna niet realiseerbaar is. Men denke aan de omstreden software-richtlijn10


Onderwijs: rechtsvergelijking
Tenslotte zou het onderwijs in Europees (privaat)recht nog een steentje bij kunnen dragen aan de harmonisatie ontwikkeling. Er bestaan verschillende European Law Schools bijvoorbeeld die aan de universiteit van Maastricht. Verder vallen nog een HBO in Den Haag te noemen namelijk de HEBO (Hogere Europese Beroeps Opleiding). 

Uiteraard brengt harmonisatie van privaatrecht op Europees niveau bepaalde problemen met zich mee, die voor een deel weer door de rechtsvergelijking11 onderkent worden. Men moet dan voornamelijk denken aan de historische achtergrond en ontwikkeling van een bepaald land. Het bekends is wel de Romeinse receptie van recht, maar ook de invloeden van de eerste en de tweede wereldoorlog. Ten tweede, de karakteristieke manier van denken over juridische problemen in een bepaald land. Men denke aan de verschillende rechtstelsel van Groot Brittannië dat een common law stelsel’ kent in tegenstelling tot bijvoorbeeld Italië, Frankrijk, Duitsland en Nederland die een ‘civil law stelsel’ kennen. Verder spelen de bronnen waaruit juridische kennis verzameld wordt een belangrijke rol, zoals de invloed van gewoonterecht en de precedentenwerking van jurisprudentie, maar ook praktijkkennis. Tenslotte  is de ideologie van een bepaald land nog bepalend. De meeste Europese lidstaten kennen wat politieke regeringen betreft een soort liberalisme in een sociaal jasje (salon-socialisme). Wat dat betreft moet dit voor het vormen van een eenheid geen problemen opleveren. 


Conclusie

De meest belangrijke gedachte lijkt nog steeds dat harmonisering van (privaat)recht altijd vanuit het perspectief van een economische unie en de vorming van een interne markt bekeken moet worden, zoals men mede uit het verdrag van Maastricht (en ook verdrag van Amsterdam) kan concluderen12
De Europese Commissie (EC) gaat daar wat betreft het toekennen van subsidies  ook vanuit, daarom vindt zij het kennelijk niet nodig om ECC-commissies te subsidiëren. Het lijkt erop dat men (nog) niet zit te wachten op privaatrechtelijke unificatie. De Italianen zijn wat sceptisch, en de Engelsen zien het allemaal niet zo zitten. Overigens liet Montesquieu zich ook niet verleiden door een ‘sentiment unitaire’. Hij vond het belangrijker dat ieder volk zijn eigen karakter behoudt. Wat dat betreft dwaalt de geest van Montesquieu nog steeds door Europa13
Onze Nobelprijswinnaar T.M.C. Asser zou zich echter over een ECC zeer verheugd hebben. 
 

 

NOTEN: 
1.European Review of Private Law, 250 Jahre Montesquieu:Vom Geist der Gesetze, Heft 4 1998, 6. Jahrgang Seite 849-853 
 2.ERPL 5: 489-496, 1997, V. Drobnig 
 3.Het EEG Executie Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken.  Voor de Eva-landen geldt het EVEX-Verdrag. 
 4.Collegedictaat rechtsvergelijking 1998, p 18. 
 5. ERPL 5: 489-496, 1997, U. Drobnig, p 492. 
 6. Verwezen wordt naar de laatste pagina van dit blad, waar informatie te vinden is over andere projecten en onderzoeksinstellingen omtrent Ius Commune.  
 7.ERPL The legal basis for ECC 471-474, W. Tilman 
 8.Comparitive Law in a Changing World, P. De Cruz, p 176v, Cavendish Publishing Ltd 1995. 
 9.Collegedictaat rechtsvergelijking 1998, F. De Ly, p 18. 
 10. Collegedictaat intellectuele rechten  2/2/1999, R. W.  Holzhauer.  
 11. Collegedictaat Rechtsvergelijking 1998, F. de Ly, p 17.  
 12. ERPL, p 455:Towards a European civil code: the debate has started , E. Hondius.  
 13. ERPL, 250 Jahre Montesquieu:Vom Geist der Gesetze, Heft 4 1998, 6. Jahrgang Seite 849-853. 





Newsletter European Private Law:

www.jura.uni-freiburg.de/ipr1/staff/msk/newsletter/default.htm


Onderzoeksschool Ius Commune: www.unimaas.nl/unimaas.ius_commune


In samenwerking met:

Universiteit Leuven:

www.law.ku.leuven.ac.be/

en

Universiteit Utrecht:

http://law.uu.nl


15 en 16 april 1999 

 

 THE  MAASTRICHT JOURNAL CONFERENCE 

"Ius Commune in a World Context". 


Electronic Journal of Comparative Law:

http://law.kub.nl/ejcl/

 

Francovich Liability Homepage: 

www.eel.nl/dossier/francovi.htm

 

    Duitse bronnen: 

         www.uni-koeln.de/jur-fak/jurwww/jurwww.html

www.germany.net/teilnehmer/100/169466/recht.htm

www.vrp.de/jurbook/jurbook.htm

www.recht.de/recht/forum/

http://sunsite.informatik.rwth-aachen.de/Knowledge/germlaws/


NB: Leest u a.u.b. de disclaimer, klik hier.


© Alle rechten voorbehouden aan rechtsbronnen.nl