Een jurimetrisch onderzoek: voorrechten van crediteuren
Inleiding
Zoals de titel al doet beweren, gaat het
in deze scriptie om een onderzoek dat tot het terrein van de jurimetrie
behoort. In het bijzonder betreft het de analyse van bepaalde
rechterlijke beslissingen waarbij de computer als hulpmiddel wordt
gebruikt. Is het mogelijk om aan de hand van een analyse de uitkomst van
een bepaalde rechtszaak te voorspellen? Met welke feiten is de kans het
grootst om een zaak te winnen of te verliezen?
Het gaat in dit onderzoek om het vinden
van een antwoord op de vraag of de (bevoorrechte) crediteur in geval van
faillissement zijn geld krijgt. Deze vraag wordt in het onderzoek het
juridisch item genoemd. Aan de hand van deze vraag wordt een verzameling
rechtszaken aangelegd. In elke rechtzaak wordt bekeken hoe de rechter
op deze vraag heeft beslist. Het antwoord daarop (zo ja "+1", zo nee
"-1") wordt in een spreadsheet als statistisch gegeven verwerkt
(gecodeerd). Vervolgens wordt er in de zaken gezocht naar juridische
feiten (in dit onderzoek factoren genoemd) die met de vraag samenhangen.
Ook zal naar ‘gewone’ feiten gezocht worden. Vaak vallen de
rechterlijke uitspraken onder een bepaalde rechtsregel of wetsartikel.
Een juridisch feit is bijvoorbeeld: een pandrecht of een hypotheekrecht.
Soms komen in een zaak ook wettelijke termen met een wat vage inhoud
voor, zoals de termen 'redelijkheid en billijkheid' (goede trouw), en de
'omstandigheden van het geval'. De rechter kan op grond van de
omstandigheden van het geval een zaak anders beslist hebben dan
gebruikelijk is. Op welke grond of op basis van welk feit heeft de
rechter dan die beslissing genomen? Dat is niet altijd duidelijk.
Rechterlijke uitspraken - in dit onderzoek voornamelijk elektronisch
gepubliceerde arresten van de Hoge Raad - zijn ook voor een jurist
moeilijk leesbaar, laat staan voor een leek. Is het mogelijk dat andere
feiten ook meegewogen hebben bij de beslissing? In dit onderzoek is een
‘gewoon’ feit bijvoorbeeld dat de crediteur een echtgenoot of een bank
is van de debiteur.
Ook de vraag of deze feiten voorkomen in
de zaken (zo ja "+1", zo nee "-1") worden in de spreadsheet verwerkt.
Daarna worden een aantal statistische berekeningen gedaan en worden de
gegevens gesorteerd en weergegeven in een grafiek. Het is de bedoeling
dat uit de grafiek valt af te lezen met welke zaken de meeste kans
bestaat om te winnen of verliezen. Uit de statistische gegevens kan ook
afgelezen worden welke feiten de meeste kans opleveren om te winnen of
te verliezen. Zodoende zou dan als bepaalde feiten in een zaak aanwezig
zijn (of niet) de uitkomst van een zaak voorspeld kunnen worden.
Er worden in dit onderzoek twee methoden
gebruikt om de betreffende gegevens te verwerken. Een handmatige
methode met behulp van zoekprogramma’s van de computer en een minder
traditionele methode met behulp van Codas. Codas is een
computerprogramma dat oorspronkelijk is geschreven voor het onderwijs,
om open vragen na te kijken. Het programma wordt in dit onderzoek bij
wijze van experiment gebruikt om het handmatig verwerken van de gegevens
te controleren en eventueel te verbeteren.
Het kost veel tijd en concentratie om
deze gegevens handmatig te verwerken. In de probleemstelling van deze
scriptie komt daarom ook de volgende vraag aan de orde. Is er een
alternatieve techniek om het verwerken van de gegevens te
vergemakkelijken of te verbeteren? Kan dit bijvoorbeeld met behulp van
een eenvoudige macro versneld worden?
De scriptie bestaat uit vijf
hoofdstukken. Er zijn tabellen, grafieken en gegevens opgenomen die meer
van belang zijn voor een inzicht in het verloop van het onderzoek en
die daardoor een hoog technisch gehalte hebben. Voor de lezer (zowel
jurist als niet jurist) zal het soms moeilijk te volgen zijn. Soms is
het onvermijdelijk en het vormt vaak een houvast voor de onderzoeker,
mede in verband met een eventueel vervolgonderzoek. Toch is geprobeerd
af en toe technische details weg te laten, om de leesbaarheid van het
onderzoek in deze scriptie te vergroten.
In het eerste hoofdstuk worden de
methodiek, het domein en de opzet uiteengezet. In hoofdstuk twee zal aan
de hand van een traditionele methode (die in hfd 1 beschreven is), de
factorenlijst en alles wat daarbij hoort besproken worden. Vervolgens
zal in hoofdstuk 3 hetzelfde worden gedaan, maar dan met behulp van het
computerprogramma Codas. Dan volgen in hoofdstuk 4 enkele alternatieve
hulpmiddelen om het verwerken van de gegevens te versnellen en/of te
verbeteren. In hetzelfde hoofdstuk worden nog enkele beschouwingen
gegeven. Tenslotte volgen in het laatste hoofdstuk de crossvalidatie, de
resultaten, de vergelijking van de gebruikte methoden en de
(samenvattende) conclusie. De crossvalidatie is een (kruislingse
geldigheids)toets om te controleren of de beslissingen in de zaken juist
gecodeerd zijn.
In deze scriptie is geprobeerd een
antwoord te vinden op bovenstaande vragen. In het laatste hoofdstuk is
te lezen of dat gelukt is.
Enkele fragmenten uit de conclusie
[...] 5.3.1. De sterkste en de zwakste factoren
[...] De factoren waarmee de meeste kans bestaat om een zaak te verliezen (krijgt de crediteur zijn geld) zijn:
Feit 42: Er is sprake van cessie.
Feit 37: Het betreft het salaris van de curator.
Feit 34: Het betreft een paritas creditorum.
De factoren waarmee de meeste kans bestaat om een zaak te winnen zijn:
Feit 6: Het gaat om huwelijk(se voorwaarden).
Feit 61: In de tekst is sprake van art. 6 EVRM.
Weliswaar wegen zwakke feiten nauwelijks
mee in de uitkomst van een zaak, toch volgen hieronder enkele zeer
zwakke feiten. Het is interessant om te zien welke feiten nauwelijks
invloed hebben op het verliezen of winnen van een zaak. Vaak hangt het
van de omstandigheden van het geval af of een zaak met deze feiten
positief of negatief beslist wordt.
De zwakste factoren die voorkwamen in zaken die gewonnen zijn:
Feit 8: Er is sprake van een machtigingsvordering.
Feit 53: Het tijdsverloop tussen het faillissement en de uitspraak in eerste instantie is langer dan 1 jaar.
Feit 67: Het betreft Frans recht.
Feit 71: Frankrijk wordt in het arrest genoemd.
Feit 81: De Jong maakt deel uit van de beslissende rechters.
Feit 86: Minkenhof maakt deel uit van de beslissende rechters.
Feit 97: Verburgh maakt deel uit van de beslissende rechters.
Feit 27: Er is beslag gelegd.
Feit 84: Drion maakt deel uit van de beslissende rechters.
De zwakste factoren die voorkwamen in zaken die verloren zijn:
Feit 98: Van den Blink maakt deel uit van de beslissende rechters.
Feit 4: Het betreft fiduciaire eigendom. [...]
[...] 5.3.2.1. De sterkste zaken met de meeste kans om te winnen
Wanneer sprake is van een factor die tot
de sterkste of zwakste factoren in het algemeen behoort is een
sterretje toegevoegd (zie paragraaf 5.3.1.).
De meeste kans op een positieve
beslissing is er bij zaak 22: HR 3 oktober 1980, NJ 1980, 643
Imperial/Waanders. In dit arrest was sprake van een actio Pauliana
waarbij benadeling onder bijkomende omstandigheden meer kan inhouden dan
louter vermogensvermindering. Het betrof hier een actio Pauliana buiten
faillissement.83
Uit dit onderzoek is gebleken dat het
sterkst meeweegt dat het om een huwelijk gaat, dat een bepaald
huwelijksvermogensregime impliceert (factor 6* met sterkte 1). Uit de
tekst blijkt dat het om internationaal privaatrecht gaat (factor 64:
0,50).
Factoren die bijdragen aan een negatieve beslissing:
Er was sprake van benadeling van de
schuldeiser (factor 17: -0,6) dat zich in de actio Pauliana
verwezenlijkte en het ging om het salaris van de curator (factor 37*:
-0,58). In de essentie van het arrest worden factor 6*, 37* en 64 niet
als zodanig genoemd. Uit de tekst blijkt verder dat de bijkomende
omstandigheden van doorslaggevend belang zijn voor een negatieve
beslissing (factor 33: -0,42).
Zaak 72: HR 27 juni 1997, NJ 1998, 82.
Het is van belang dat de Ontvanger op grond van de Invorderingswet onder
voorwaarden is toegestaan faillissement van de belastingschuldige aan
te vragen. De Ontvanger moet op grond van art. 3 lid 3 van de Leidraad
Invordering over een ministeriële machtiging beschikken voordat het
faillissement aangevraagd kan worden. In dit arrest was het laatste niet
gebeurd. Behoudens bijzondere omstandigheden, is het een onrechtmatige
overheidsdaad indien de ontvanger zich niet aan de gepubliceerde
beleidsregels houdt terwijl de belanghebbende zich er wel op beroept.84
Uit dit onderzoek bleek dat een sterke factor is, dat er sprake is van
alimentatie (factor 7*: 1,0).
Het volledige verslag kunt u hier downloaden: voorvcrediteuren.pdf
NB: Leest u a.u.b. de disclaimer, klik hier.
© Alle rechten voorbehouden aan rechtsbronnen.nl