Dystopische visioenen; Nanotechnologie in een risicomaatschappij
Inleiding
Net na de millenniumwisseling beschrijft de computerdeskundige Bill Joy van Sun Microsystems zijn visie1
op de toekomst. Vooral het volgende dystopische visioen baard hem
zorgen.Gaat de techniek de mensheid overheersen? Biotechnologie
(genetica), nanotechnologie en robotica zullen de mens marginaliseren,
denkt Joy. De wetenschappers en milieuorganisaties zijn verdeeld. De
beloftes die deze technologie met zich meebrengt zijn bijna even groot
als de risico's.
Achterhuis2
heeft het artikel van Joy bekritiseerd. Hij onderkent de doemscenario's
maar wuift die even gemakkelijk weer van de hand. De drie grootste
technologieën van de 21e eeuw schrijft hij, figureren in het manifest
min of meer verzelfstandigd als 'gnr' (genetica, nanotechnologie en
robotica). Als zodanig lossen ze het gevaarlijke 20ste-eeuwse
driekoppige monster nbc (nucleaire, biologische en chemische
technologie) af. Niet alleen is gnr veel krachtiger dan zijn voorganger,
het opent vooral de totaal nieuwe mogelijkheid van
zelfvermenigvuldiging.
Nanotechnologie is het op anatomisch
precieze schaal manipuleren van materie. Het stokpaardje van deze
techniek is (nog slechts in theorie) de 'universal self-assembler'. De
belangrijkste 'bedreiging' wordt gezien in het feit dat nanobots
zichzelf eindeloos kunnen vermenigvuldigen teneinde iets te bouwen of
repliceren. Het wordt door doemdenkers gezien als een soort witte pest
die zich over de mensheid uitstort en de biosfeer 'opeet'. Omdat een
nanomachientje zelfstandig besluiten kan nemen is het (nog) niet precies
duidelijk hoe men de zelfvermenigvuldiging van nanobots onder controle
kan houden laat staan hoe het te stoppen. Een klein foutje in de
'programmering' van de nanobot kan gevolgen en schade opleveren die
nauwelijks meer te overzien zijn.
In deze scriptie heb ik naar aanleiding
van de opdracht voor een technische ontwikkeling gekozen die nog deels
in de kinderschoenen staat. Nanotechnologie is volgens wetenschappers en
inmiddels ook niet-wetenschappers een technologie die wel eens een
nieuwe (industriële) revolutie zou kunnen teweegbrengen, zodanig dat
bijna alle bestaande maatschappelijk en economische verhoudingen
verstoord dreigen te worden.
Voor mij is deze technologie interessant
vanwege het feit dat het zich onderscheidt van andere voorgaande
(revolutionaire) technologieën. De impact van deze technologie –als die
bewaarheid gaat worden- is ondenkbaar groot, dit terwijl het om een
moleculaire techniek gaat, namelijk nanofysica (lees zeer klein). Kleine
dingen gaan kennelijk big business worden.
Er is derhalve gekozen voor een korte
(technische) omschrijving van de technologie en haar theoretische en
praktische uitvindingen en toepassingen. In hetzelfde hoofdstuk zijn
enkele algemene en juridische implicaties opgenomen die mede gebaseerd
zijn op wetenschappelijke meningen en onderzoeken uit de desbetreffende
disciplines.
De kans op risico’s die nanotechnologie
naar men denkt met zich meebrengt zullen zeer klein zijn, maar als ze
zich voordoen zullen ze wel eens zeer grote (ecologische) gevolgen
kunnen hebben.
Verschillende vragen werpen zich op bij
dit risicoprobleem. Wie bepaalt wanneer, of en waarom te stoppen met
onderzoek? Is het de maatschappij, politiek of de wetenschap die dat
bepaald.
Gaan mensen en samenlevingen overal
hetzelfde om met het begrip risico in deze moderne tijd? In deze
scriptie wordt het onderzoek vergeleken op Amerikaans, Nederlands en
Europees niveau.
Is het voorzorgbeginsel soms een
bedreiging/beperking voor de ontwikkeling van de techniek en is het
juridisch, sociaal en economisch houdbaar het voorzorgbeginsel te
interpreteren als ‘bij twijfel niet doen’. Moet het voorzorgbeginsel
afgeschaft worden of aangepast?
Wat is het belang van de media, in
verband met voorlichting van burgers maar ook politici? Wat gebeurt er
als men de technologie en haar (al dan niet aanvaardbare) risico's niet
begrijpt en kiest voor de verkeerde of zelfs paradoxale oplossingen. De
ontwikkeling in informatietechnologie, globalisering,
kennismaatschappij, dragen bij aan de visualisering van de technologie.
Zou dit ongegronde angst weg kunnen nemen? Soms kan niet een eenduidig
antwoord gegeven worden op deze vragen. Hopelijk kan deze scriptie wel
bijdragen aan het wegnemen van onzekerheid betreffende deze dringende
vragen.
Voetnoten
1 Why
the future doesn't need us, Bill Joy dat afgelopen april verscheen in
het tijdschrift Wired (een verkorte versie verscheen in NRC Handelsblad
van 26 augustus 2001). Bill Joy is medeoprichter en wetenschappelijk
hoofd van het computerbedrijf Sun Microsystems en voormalig adviseur van
Bill Clinton. Hij is een van de ontwerpers van de programmeertaal Java,
die een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling van internet.
2
Frankenstein revisited, Hans Achterhuis, NRC Webpagina's 2 september
2000. Hans Achterhuis is hoogleraar Systematische Wijsbegeerte aan de
Universiteit Twente. Hij schreef onder andere 'De erfenis van de utopie'
(1998) en 'Politiek van goede bedoelingen' (1999). http://www.nrc.nl/W2/Lab/Magazine/artikelseptember2000.html.
Conclusie
Nanotechnologie is nog volop in
ontwikkeling, hoewel steeds meer toepassingen reeds het
laboratoriumniveau ontstijgen. Het is (te) moeilijk voor de gewone
burger maar ook voor beleidsmakers deze ontwikkelingen te kennen, laat
staan de laatste ontwikkelingen bij te houden.
Deze technologie zal, zodra deze in zich
uitgekristalliseerd heeft, maatschappelijk en sociaal-economische
veranderingen met zich meebrengen. Door sommigen wordt het risico van
zichzelfvermenigvuldigende nanobots als worst case scenario omschreven.
Deze mening wordt in eerste instantie niet door de wetenschappers zelf
gedeeld maar enkele onder hen, zijn bereidt gevonden vanuit
maatschappelijk en ethisch oogpunt daar rekening mee te houden.
Echter deze technologie heeft ook
voordelen die zich voordoen bij ecologische probleemstellingen;
recyclingvraagstukken; duurzame ontwikkelingen; energiewinning en
-opslag; gezondheidsonderzoek; procesveiligheid; informatie en
communicatie. Kortom, geen enge ziektes meer, een schoon milieu en
genoeg voedsel voor iedereen.
De ontwikkelingen in
uitgekristalliseerde technologieën zoals de biotechnologie en de
informatietechnologie kunnen van belang zijn voor nanotechnologie.
Regulering door de overheid om risico's te beperken lijkt de
ontwikkeling van de technologie minder te hinderen dan de zogenaamde
ISO-standaards en regelementen die de industrie zichzelf oplegd. Die
standaards kunnen wellicht een instrument zijn om concurrentie te
beperken of uit te sluiten, zodat overheidsregulering vanuit het oogpunt
van vrije concurrentie wenselijker is om oneerlijke concurrentiestrijd
te voorkomen. De biotechindustrie heeft gefaald het publiek bij de
ontwikkelingen in genetisch gemanipuleerd voedsel te betrekken en werd
vervolgens verblind door de negatieve reacties daarop. Het is van belang
op z'n minst op dergelijke reacties te anticiperen. De ontwikkelingen
in de informatietechnologie zorgen voor een goedkope en voor veel mensen
eenvoudige toegang tot informatie (bijvoorbeeld verzorgd door het
Foresight Institute) via internet. Dit educatieve effect zal zeker bij
kunnen dragen aan een beter begrip van de milieuvoordelen en veiligheid
die nanotechnologie biedt en zorgen voor een versnelde ontwikkeling van
nanotechnologie.
Op het gebied van beleid en regelgeving
zijn reeds richtlijnen, wetsvoorstellen en beleidsplannen opgesteld
omtrent - voor zover mogelijk- de beperking van eventuele risico's die
nanotechnologie met zich meebrengt.
Veiligheidsrisico's kunnen zich voordoen
wanneer wetten en/of verdragen niet of niet tijdig aangepast worden in
verband met de maatschappelijke en sociaal-economische veranderingen.
Bij overregulering kunnen onnodige en ongepaste regels ontstaan die
stagnatie van de technologische ontwikkeling kan veroorzaken. Er kunnen
nieuwe variaties ontstaan op de bekende onrechtmatige daadsacties
uiteenlopend van productenaansprakelijkheid tot verwaarlozing van de
werking van nanomachines. Men kan ook denken aan medische
aansprakelijkheid voor mogelijke bijwerkingen van nanomedicijnen. Het
strafrecht zal aangepast moeten worden in verband met de te verwachten
criminele activiteiten zoals diefstal en piraterij van
nanotechnologische producten. Oude onopgeloste rechtszaken zullen
heropend kunnen worden vanwege de nieuwe technologische vindingen.
Het Foresight Institute for
Nanotechnology in California heeft als particulier instituut na
jarenlang gevoerde debatten enkele ontwikkelingsrichtlijnen opgesteld.
Het gaat hen met name om 'bedoelde' risico's te voorkomen, namelijk
zelfvermenigvuldiging die oncontroleerbaar zou kunnen worden wanneer
bijvoorbeeld van deze techniek misbruik gemaakt wordt. In de richtlijnen
is echter (nog) niets geregeld omtrent 'ongewenste' risico's ingeval er
bijvoorbeeld fouten gemaakt worden.
De Amerikaanse overheid mijdt
angstvallig ontwikkelingsbeperkende regels. De Europese en Nederlandse
parlementen gaan een stap verder. Zij hebben enkele wetsvoorstellen en
beleidsplannen ingediend omtrent de beperking van risico's van
nanotechnologie mede in verband met het voorzorgbeginsel.
De Europese regelgeving is erop gericht
in het algemeen bij een duurzame technologie zoveel als mogelijk de
risico’s in kaart te brengen. In geldende Europese wetgeving wordt
onderzoek op nanotechnologisch gebied gesteund en waar het gaat om
onderzoek naar risico, ethische waarden en voorlichting daarover bij
breder publiek wordt nanotechnologie en de eventuele risico's daarvan
genoemd.
Het Nederlandse Nationale
milieubeleidsplan vereist dat we rekening houden met worst case
scenario's en dat we tijdig maatregelen nemen. Het NMP4 van de
Nederlandse regering spreekt voor de leek tot de verbeelding. De
beloften en de gevaren zijn bijna even groot, daarbij wordt erkend dat
kleine risico's (zichzelfvermenigvuldigende nanobots) grote gevolgen
kunnen hebben. Echter, waar de Amerikaanse wetenschapper en beleidsmaker
zowel de beloften als de gevaren wat nuchter bekijkt, blijft de
Nederlandse regering achter. In dat licht ziet het er naar uit dat de
strenge interpretatie van het voorzorgbeginsel opgelegd door de Europese
beschikking wel eens de ontwikkeling van nanotechnologie in Nederland
kan gaan beperken. Men heeft zich te zeer door de dystopische visioenen
van Bill Joy laten inspireren.
Het begrip risico valt niet eenduidig
uit te leggen. Dit is mede het gevolg van de ontwikkeling van de
industriële maatschappij naar een moderne samenleving. In zijn boek
'Risk' waarschuwt Adams beleidsmakers die een veiligere leefomgeving
willen creëren met behulp van riskmanagement. De oplossing ligt volgens
Adams niet in het opstellen van een aantal wettelijke regels of het
aanbrengen van technische verbeteringen. Individuen moeten zelf gaan
kiezen welk risico en gedrag ze acceptabel vinden. De overheid is dan
bij uitstek degene die de burger informatie moet verschaffen over de
risico’s van bepaald gedrag en beschermende maatregelen moet nemen voor
diegene die het minst in staat zijn hun eigen risico’s te bepalen.
Omdat kennis nooit volledig kan zijn,
moet het wel op selectie berusten. Men is genoodzaakt prioriteiten te
stellen en die gevaren te selecteren die belangrijk genoeg zijn om te
kennen en te onderzoeken. Deze prioriteiten worden bepaald door een
belangenstrijd waarin politieke overwegingen een belangrijke rol spelen.
Volgens de culturele theorie van Douglas en Wildavsky bestaan er in de
samenleving fundamentele meningsverschillen over welke risico's
bestreden moeten worden. Bill Joy is een Amerikaanse wetenschapper uit
een individualistisch gerichte cultuur, waar de overheid regulering zo
min mogelijk toepast. Het Forsight Institute valt onder de
individualistische benadering en zal zoveel als mogelijk proberen
beperking van ontplooing van de technologie te voorkomen. Doordat ze
echter ook rekening houdt met maatschappelijke waarden valt zij niet
geheel onder deze benadering. Doordat Nederland lidstaat is van de
Europese Unie, zal zij bepaalde Europese regels moeten implementeren in
nationaal beleid en/of recht. Als het Europees beleid zodanig is dat het
voorzorgbeginsel toegepast moet worden zal Nederland zich hieraan
moeten conformeren. Bepaalde waarden van de egalitarische benadering
hebben nog veel invloed in Nederland, zoals blijkt uit bijvoorbeeld de
invloed van milieuorganisaties op Nederlands beleid en politiek, maar
naarmate de Europese Unie meer invloed krijgt op haar lidstaten zal de
hierarchistische benadering gaan overheersen.
Actiegroepen (egalitaristische
benadering) zijn weliswaar legitiem maar horen niet onevenredig veel
invloed op de politieke besluitvorming te hebben. Het is vreemd dat
onwaarheden verspreid door milieuactivisten ook weer makkelijk vergeten
worden. Greenpeace is bijvoorbeeld geen echte milieubeweging meer, omdat
zij belang heeft bij het eigen voortbestaan. Volgens sommige streven
dergelijk actiegroepen naar een andere samenleving, het liefst zonder
vervuilende en gevaarlijke technologie. Een dergelijk uitgangspunt
beperkt de economische groei die juist voordelen voor de mens en het
milieu oplevert.
Risk management in zijn huidige vorm
zoals het door managers en beleidsmakers gebezigd wordt is niet het
ultieme medicijn om regulering omtrent risico's van een technologie te
bewerkstelligen. Het zou kunnen uitmonden in een oefening in
bureaucratische rationaliteit, technocratie, en verachting voor de
publieke perceptie van risico.
Andere kenmerken van moderniteit die van
invloed zijn op hoe we tegen risico's aankijken zijn reflexiviteit en
individualisering. Individuen zijn zich bewust geworden van de omvang
van risico's. Men bereikt overeenstemming over de risico’s die de
geïndividualiseerde samenleving bedreigen, zoals het verdwijnen van het
natuurlijke landschap of aantastingen van het milieu door bijvoorbeeld
nanotechnologie. In breder verband ontstaat er -schijnbaar tegen de door
de overheid ingezette tendens van deregulering in -overeenstemming over
wetten, regels en normen. Deze overeenstemmingen produceren
gemeenschappelijke grondslagen waarop verder gewerkt kan worden. Het
Foresight Institute kan hier wederom als voorbeeld dienen. Zij stelt op
een goedkope manier informatie beschikbaar voor zowel wetenschappers als
leken en het stelt aan de hand van publieke debatten richtlijnen op en
past deze richtlijnen voortdurend aan aan de ontwikkelingen in de
technologie, wetenschap en politiek. Risico’s zijn afhankelijk van
beslissingen, ze zijn industrieel geproduceerd en in deze zin politiek
reflexief.
Wetenschappers van bijvoorbeeld
nanotechnologie interpreteren het proces van de productie van
gebeurtenissen in het laboratorium, en dat betekent dat zij hun eigen
handelingen, ofwel interventies in de natuur, analyseren. Zo bezien
worden de natuurwetenschappen (en de technische wetenschappen) ook
langzamerhand door dubbele hermeneutiek beïnvloed. Op congressen van het
Foresight Institute komen wetenschappers uit allerlei disciplines samen
om te debatteren over de risico's van nanotechnologie.
Door het voorzorgbeginsel te
interpreteren als 'bij twijfel niet doen' wordt het als een
nulrisicobeginsel gehanteerd. Het is duidelijk dat niet alle twijfels
omtrent de schadelijke effecten van een zekere handeling weggenomen
kunnen worden door wetenschappelijk onderzoek. Strikte toepassing van
het voorzorgbeginsel is volgens Pieterman dan ook ontoelaatbaar. Graham
heeft het voorzorgbeginsel onderzocht en enkele punten genoemd om het
beginsel te verfijnen. Pieterman geeft een viertal punten waarmee
rekening moet worden gehouden bij eventuele toepassing van het
voorzorgbeginsel. De verfijning en aanpassing van Graham en Pieterman
betreffen voornamelijk richtlijnen die van belang zijn voor een
politieke besluitvorming met betrekking tot het eventueel toepassen van
het voorzorgbeginsel. Zodoende is de betekenis en interpretatie van het
voorzorgbeginsel aanzienlijk opgerekt.
Het volledige artikel kunt u hier downloaden: dystvis.pdf.
NB: Leest u a.u.b. de disclaimer, klik hier.
© Alle rechten voorbehouden aan rechtsbronnen.nl