Bescherming Zwitserse Werknemer Versus Nederlandse Werknemer
Voor velen van ons is het hebben van een baan met de
huidige economie in Nederland iets vanzelfsprekends. Dat geldt in
mindere mate ook voor het hebben van een baan in het buitenland. Toch is
Nederland een land dat het moet hebben van de betere economische
situatie in het internationale handelsverkeer. Op deze zeer dynamische
markt is de werknemer de zwakkere partij. Daarom zijn bescherming en
duidelijke regels nodig zodat hij enige zekerheid heeft over zijn
werksituatie. De vraag is of dat in elk ander land ook een zo logisch
gegeven is.
Hieronder volgt een korte uiteenzetting
van een rechtsvergelijkend onderzoek van Nederlands en Zwitsers recht,
in het bijzonder met betrekking tot het arbeidsovereenkomstenrecht.
Om een onvolledige (rechts)vergelijking
niet in de hand te werken, zal zowel van het Nederlandse als het
Zwitserse recht een korte omschrijving van het ontstaan van de
rechtstelsels en ontwikkeling van wetgeving en rechtspraak gegeven
worden. Ook de staatsrechtelijke structuur, de democratische
samenstelling en politieke positie in internationaal verband van
tenminste Zwitserland enigszins wordt toegelicht. Verder zal bekeken
worden of de drie officiële talen van Zwitserland namelijk Duits, Frans
en Italiaans van invloed zijn op onder andere de indeling van de
rechtsmacht in de verschillende kantons. Er zal eveneens gelet worden op
de toegankelijkheid bij rechterlijke instanties in geval van gerezen
geschillen uit arbeidsovereenkomst.
Vervolgens wordt aangegeven wat de
overeenkomsten en verschillen zijn in de rechtstelsels van beide landen
inzake het wettelijke begrip arbeidsovereenkomst. Bij het verklaren van
die verschillen en overeenkomsten, zal rekening gehouden worden met de
bijzondere positie die Zwitserland in Europees verband inneemt en haar
democratische samenstelling als zodanig. Past, met het oog op wellicht
toekomstige toetreding tot de Europese Unie, Zwitserland haar
arbeidsrecht aan, aan dat van de andere Europese landen? Is hier met
andere woorden misschien sprake van harmonisatie van recht ofwel
eenvormig recht, of betreft het slechts economische motieven?
Tenslotte zal bekeken worden in hoeverre de werknemer betere bescherming geniet in het ene danwel het andere rechtstelsel.
Arbeidsovereenkomst naar NLs recht
Voor Nederland behelst de
arbeidsovereenkomst (art. 7:610 BW¹) de verplichting van de werknemer om
arbeid te verrichten, van de werkgever om loon te betalen, en de
werknemer moet in dienst zijn van de werkgever.
Deze regels vloeien voort uit:
- de partijafspraak, dus uit de arbeidsovereenkomst zelf;
- de wet;
- de gewoonte;
- de eisen van redelijkheid en billijkheid².
In Nederland gelden met betrekking tot de inhoud van de arbeidsovereenkomst een aantal beperkingen.
Ten eerste geeft het BW regels van
dwingend of semi-dwingend recht, ten tweede gelden een aantal
publiekrechtelijke wetten³, en voor de meeste arbeidsovereenkomsten (
±70%) geldt een CAO⁴. Onder de CAO kan bijvoorbeeld een regeling met
betrekking tot arbeidsonlusten oftewel stakingsrecht vallen.
Meestal wordt een overeenkomst aangegaan
voor onbepaalde of bepaalde tijd. Met ingang van 1 januari 1999 treedt
de Wet op de Flexibilisering⁵ in werking waaronder flexibele
arbeidsverhoudingen vallen zoals de de uitzendverhouding; de
thuiswerkverhouding; de free-lance verhouding; en de af- of
oproepverhouding (art. 7:668 BW). Het betreft hier meestal
overeenkomsten waarbij de werknemer onzeker is over het aantal uren dat
hij/zij per dag, per week of maand zal werken en over de tijdstippen
waarop het werk zal worden verricht.
Er bestaan bijzondere
arbeidsovereenkomsten (art. 7:615 BW) die in beginsel niet van
toepassing zijn op arbeiders in dienst van de staat, provincie,
gemeente, waterschap of ander publiekrechtelijk lichaam. In de praktijk
bevatten de rechtspositieregelingen van de arbeiders in deze sectoren
gewoonlijk zowel elementen die ontleend zijn aan het ambtenarenrecht als
aan het arbeidsrecht⁶.
Voor vreemdelingen⁷ die in Nederland
willen werken moet de werkgever een vergunning aanvragen bij het
Centraal Bureau van de Arbeidsvoorziening⁸. Dit geldt niet voor EU - en
EER - onderdanen, vreemdelingen die onder een desbetreffend verdrag
vallen en uitzendrelaties en onderaanneming⁹.
Voor Zwitserland bepaalt art. 319 OR;
Een individuele arbeidsovereenkomst bestaat, wanneer de prestatie van
arbeid gedaan in dienst van de werkgever voor bepaalde, met de te
verrichten arbeid niet in een rechtstreeks verband staand, of voor
onbepaalde tijd tegen betaling van loon beloofd wordt10.
De bronnen van recht komen voort uit de
wet (art. 319-362 OR), de individuele arbeidsovereenkomst, de GAV
(CAO), standaardbepalingen voor bijzondere overeenkomsten en voor een
gedeelte uit sociale zekerheidsbepalingen. De Federale Arbeidswet bevat
bepalingen omtrent het maximaal aantal werkuren per week11,
verlof en vakantie, veiligheid op werkplaats en de bescherming van
vrouwen en minderjarigen. Tot slot bepaalt de Federale wet Algemeen
verbindend verklaring CAO, dat onder bepaalde omstandigheden CAO-regels
van toepassing zijn, meestal in verband met lidmaatschap van een
vakbond. Het kantonnale recht heeft haar eigen arbeidsbepalingen, maar
die wijken alleen af op kleine punten. De strekking van het arbeidsrecht
blijft aan de federale wet gelijk.
In het bijzondere arbeidsovereenkomstenrecht wordt het Lehrvertrag (werk-stage), handelsreizigerscontract, en thuiswerk geregeld12.
Voor flexibele arbeidsvormen wordt soms verwezen naar het algemene
deel, er ligt een wetsvoorstel waarover binnenkort gestemd moet worden
(zie voetnoot 16).
Voor buitenlandse werknemers gelden zeer
strenge toelatingseisen. Zwitserland behoort niet tot de Europese Unie
en kent daarom niet het vrije verkeer van personen en goederen wat
tussen de lidstaten plaatsvindt13. De
Zwitserse overheid hanteert als beleid dat buitenlanders alleen die
vacatures mogen vervullen, die niet door Zwitsers opgevuld kunnen
worden. Een werk- en verblijfsvergunning duurt nooit langer dan de baan
zelf duurt.
De werkvergunning is aan een verblijfsvergunning gekoppeld14.
Voor Nederlanders (EU) geldt dat al na vijf jaar een zogenaamde
C-vergunning wordt afgegeven, ook voor mensen uit EVA-landen gelden
kortere termijnen. Het geldt alleen voor het kanton waarvoor het is
afgegeven. Zonder verblijfsvergunning kan men er niet langer dan drie
maanden verblijven.
Systeem naar Nederlands recht
Het Nederlandse rechtstelsel is een
gemengd stelsel met een ‘civil law’ traditie. Het is deels ontstaan uit
Romaans en Germaans recht.
Het arbeidsrecht vindt zijn
bestaansgrond in de moderne industriële ontwikkeling vanaf het einde van
de vorige eeuw. Vanaf dat moment groeide het besef, dat de regeling van
rechten tussen werknemer en werkgever niet aan het vrije spel van de
economische krachten kon worden overgelaten gezien de fundamentele
ongelijkheid van de posities van werknemer en werkgever. Het
arbeidsrecht is nog steeds in ontwikkeling; bijvoorbeeld op het gebied
van de bevordering van de gelijke positie van man en vrouw in het
arbeidsproces.
Tegen het einde van de 19e eeuw kwam
specifieke wetgeving tot stand over onderwerpen als werkduur,
veiligheidsvoorschriften en kinderarbeid. In 1907 werden voor het eerst
bepalingen in het BW opgenomen, die een regeling gaven voor de
arbeidsovereenkomst in het algemeen. Kort na WO II werd het Buitengewoon
Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 van kracht. Hiermee kreeg de overheid
in de eerste plaats een instrument in handen tot het voeren van een
geleide loonpolitiek. Het opzegverbod van het BBA was oorspronkelijk
bedoeld om de rust op de arbeidsmarkt te bevorderen en te voorkomen dat
door schaarste van arbeidskrachten een ongewenste opwaartse druk op het
loonpeil zou ontstaan. Art. 6 BBA is nu echter een van de belangrijkste
beschermende bepalingen (van de werknemer) in het arbeidsrecht. Reeds
lang bestaan er plannen om de bepalingen van het BBA m.b.t. de
ontslagvergunning door de directeur van het Gewestelijk Arbeidsburo over
te brengen naar het gewone BW.
Na WO II is de arbeidswetgeving steeds
fijnmaziger geworden. Mede door de toenemende invloed van de
vakbewegingen zijn talrijke verdere bepalingen van kracht geworden,
waardoor de positie van de werknemer verder wordt versterkt. Recentere
wijzigingen betreffen de hoogte van het loon (Wet minimumloon 1968) en
de mede uit de emancipatiebeweging voortgekomen Wet Gelijk Loon Vrouwen
en Mannen en de Wet Gelijke Behandeling Mannen en Vrouwen. Ook op het
gebied van de collectieve arbeidsovereenkomst is gedetailleerde
wetgeving tot stand gekomen. Wat betreft de ontwikkeling in de
rechtspraak kan gezegd worden dat rechterlijke uitspraken nauwelijks
gecodificeerd zijn. Meestal betreft het toelichtingen op wettelijke
begrippen, bijvoorbeeld omtrent de uitleg van elementen van de
arbeidsovereenkomst, of speciale gevallen zoals uitzendkrachten,
flexiwerkers en thuiswerk.
Alle arbeidszaken behoren in beginsel15
tot de bevoegdheid van de kantonrechter. Bevoegd is de kantonrechter
van de woonplaats van de gedaagde of van de plaats waar de arbeid
gewoonlijk wordt verricht. Arbeidszaken worden aangebracht bij
verzoekschrift art. 429v. Rv.
Tegen een dergelijk vonnis staat hoger
beroep open bij de rechtbank. De gewone hoger beroep termijn is van
toepassing (3 maanden). Cassatie bij de Hoge Raad kan slecht ingesteld
worden als het gaat om cassatie in het belang der wet en schending van
recht en verzuim van vormen art. 98 en 99 RO.
Systeem naar Zwitsers recht
Het Zwitserse rechtstelsel kent een ‘civil law’ traditie en is ontstaan uit deels Romaans, Germaans en Amerikaans recht.
Zwitserland was vroeger een vrije
federatie van hoofdzakelijk soevereine staatjes en vorstendommetjes
genaamd 'kantons'. Na de burgeroorlog van 1847 werd in 1848 de
confederatie gesticht. In dat jaar is in de eerste constitutie de
samenstelling van het Bundesgericht (federale Hoge Raad) neergelegd. Het
ging meestal om beslechting van conflicten tussen de kantons, of een
kanton en de confederatie, en burger tegen de confederatie. In 1874,
werd een nieuwe federale grondwet aangenomen door de burgerij. Deze
geldt nog steeds. De invloed van de Amerikaanse grondwet van 1848 is
zeer groot, hoewel er een aantal verschillen zijn in bijzonder met
betrekking tot de positie van het Bundesgericht. Omdat de Zwitserse
kantons autonoom zijn, is elk rechtssysteem onafhankelijk. Ze kunnen in
zaken zowel over kantonaal recht als over federaal recht beslissen. De
belangrijkste functie van het Bundesgericht is om over constitutionele
gevallen te beslissen. Alle gevallen die aangebracht worden, moeten
gehoord worden mits het gaat om 'kantonale' gevallen. Tegen schending
van constitutionele rechten door een federale bevoegdheid staan
administratieve rechtswegen open.
Ook tegen parlementaire wetgeving is
volgens art. 113 van de constitutie geen beroep mogelijk.Het parlement
en het electoraat waken over de constitutionaliteit van de federale
wetgeving. Dit geeft de sterke democratische traditie en de scheiding
der machten weer.
Het OR is in 1881 ontstaan en sinds de
WO II sterk uitgebreid en het is de bedoeling dat in de toekomst de
werknemer nog extra beschermd wordt16.
Zwitserland is ingedeeld in kantons en
de rechtsmacht kan per kanton verschillend georganiseerd zijn. Het
Bundesgericht moet haar beslissing in de taal van het lagere gerecht
geven. Zwitserland heeft drie officiële talen, Duits, Frans en Italiaans18.
Voor arbeidszaken geldt een bijzondere regeling. De kantons zijn
verplicht om volgens art. 343 OR in zaken tot 20.000 Sfr. snel,
eenvoudig en kosteloos in het rechtsgeding te voorzien. Men bevindt zich
dan meestal bij het Landsgericht (Rb). Hoger beroep kan ingesteld
worden bij het Obergericht (Hof). Als laatste fase staat hoger beroep19 bij het Bundesgericht20
open. Zij beslist over afhankelijk van de rechtsvraag de feiten, vormen
of over bepaalde constitutionele rechten. De kosteloosheid geldt bij
alle instellingen, maar behelst niet de rechtsbijstandkosten21.
De rechter moet de toedracht van de zaak ambtshalve bepalen. Partijen worden echter zelf gehouden bewijs te leveren22.
Interessant om te weten is wanneer een
rechtszaak door drie rechters wordt voorgezeten, één daarvan
representatief is voor de werkgever en één voor de werknemer.
Vergelijking beide systemen
In beide landen bestaat
contractsvrijheid met betrekking tot het sluiten van de
arbeidsovereenkomst. De Zwitserse definitie van arbeidsovereenkomst
geeft veel meer contractsvrijheid dan de Nederlandse wettelijke
bepaling. Aan de andere kant wordt deze contractsvrijheid voor alle
buitenlanders die in Zwitserland willen werken sterk beperkt vanwege de
hoge eisen om voor een arbeidsvergunning in aanmerking te komen.
Partijen moeten in beide landen het
bewijs aanleveren waarover de rechter beslist (rechter is lijdelijk). De
Zwitserse rechter beslist ambtshalve over de toedracht van de zaak en
of die belangrijk genoeg is.
In Nederland is de HR geen feitenrechter en kan hij ook niet toetsen aan de grondwet in tegenstelling tot de Zwitserse rechter.
Procederen is bij de Zwitsers kosteloos
behalve voor kosten van rechtsbijstand. In Nederland moet men
afhankelijk van draagkracht een gedeelte of alles betalen, behalve als
men recht heeft op een pro-deo advocaat of wanneer iemand zich daartoe
aanbied.
De Zwitserse kantons zijn autonoom en er
bestaat daardoor een verschil in kantonnaal en federaal recht. In
Nederland kent men wetten die voor het gehele land gelden en toegepast
worden.
Rechters worden in Nederland voor het leven benoemd, in Zwitserland worden ze gekozen voor een periode van zes jaar23.
De rechters in Zwitserland zijn representatief wat betreft de politieke
partijen, hetgeen in Nederland niet het geval is althans niet bij de
rechterlijke instellingen. Bij arbitrage zaken zijn de arbiters wel een
representatieve afspiegeling.
De verklaring van deze overeenkomsten en
verschillen moet deels in de historische traditie en ontwikkeling
gezocht worden. Beide landen kennen een gemengd rechtstelsel dat in
ieder geval ontstaan is uit het Germaanse en Romaanse recht, waarbij
Zwitserland met haar federale recht sterk door Amerikaans recht is
beïnvloed. Beide landen hebben een democratische instelling en zijn
sterk door het socialisme (van na de industriële revolutie tot nu)
beïnvloed. Echter Zwitserland kent in tegenstelling tot Nederland een
sterkere democratische instelling en onafhankelijkheid wat betreft de
scheiding der machten. Dat weerspiegelt zich in het recht en de
rechtsinstellingen danwel het procederen op zich. Verder hebben zowel
Nederland als Zwitserland het arbeidsrecht aan de economische en
maatschappelijke ontwikkelingen aangepast. Het arbeidsrecht is op
bepaalde onderdelen flexibeler geworden, zodat extra bescherming van de
werknemer bewerkstelligt is. Dit heeft ook deels te maken met de
politieke gedachte (socialisme en solidariteit) en het idealisme van de
Europese eenwording.
Het lijkt erop dat de Nederlandse
werknemer het best beschermd wordt als men kijkt naar de rechtsregels,
bijvoorbeeld het aantal arbeidsuren dat in Zwitserland veel hoger ligt.
Ook wordt de vreemdeling in Nederland meer beschermd en kent Nederland
een vrij verkeer van personen in verband met het lidmaatschap van de EU.
Echter de Zwitserse rechtsinstellingen kennen dan weer een extra
bescherming wat betreft het procederen. Bij hen is dat veel goedkoper en
vooral democratischer en onafhankelijker georganiseerd dan in
Nederland.
Conclusie
Uit het bovenstaande blijkt dat beide
landen de positie van de werknemer hebben versterkt danwel gaan
versterken in het bijzonder met betrekking tot flexibilisering. Met het
oog op wellicht toekomstige toetreding past Zwitserland haar
arbeidsrecht aan de lidstaten aan hetgeen sterk aan harmonisering van
recht doet denken. Het zou hier dus niet niet uitsluitend economische
motieven kunnen betreffen, terwijl men dit wel als zodanig aangeeft.
Zwitserland is zo'n beetje het enige
land in Europa dat nog een zeer strenge machtenscheiding kent en een
sterke democratische traditie. Daarin ligt hoogstwaarschijnlijk ook één
van de redenen24 voor het land om niet tot de Europese Unie toe te treden. Het zou een verlies van hun staatsrechtelijke identiteit25
betekenen. Vreemd genoeg blijkt Zwitserland wel hèt voorbeeld te zijn
van een staat waar verschillende taalkundige culturen in harmonie
samenleven, een soort blauwdruk voor de Europese Unie, maar dan met een
optimale democratie.
Voetnoten:
1. De definitie uit het Burgerlijk Wetboek (BW) luidt als volgt:
art. 7:610 lid 1 BW ; De
arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de
werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever,
tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
Lid 2 ; Indien een
overeenkomst zowel aan de omschrijving van lid 1 voldoet als aan die van
een andere door de wet geregelde bijzondere soort van overeenkomst,
zijn de bepalingen van deze titel en de voor de andere soort van
overeenkomst gegeven bepalingen naast elkaar van toepassing. In geval
van strijd zijn de bepalingen van deze titel van toepassing.
2. Daarbij kunnen 3 kanttekeningen geplaatst worden:
- De wettelijke regeling van de arbeidsovereenkomst is uitvoeriger dan bij andere overeenkomsten het geval pleegt te zijn.
- Het arbeidsrecht kent een rechtsbron die bij andere contracten ontbreekt: de collectieve arbeidsovereenkomst.
-
-De unilaterale bevoegdheid van de werkgever ex. art. 1639b BW (oud) om door instructies de uit de arbeidsovereenkomst voortvloeiende verplichtingen van de arbeider te concretiseren.
3. Arbeidstijdenwet, Arbeidsomstandighedenwet, Wet Minimumloon en minimum-vakantiebijslag.
4. De CAO bepaalt in
belangrijke mate de arbeidsvoorwaarden. Als de werkgever lid is van een
vakorganisatie, is die CAO voor hem bindend. Hetzelfde geldt voor de
werknemer. Is hij lid van een vakbond met wie de CAO is afgesloten, dan
is hij gebonden (art. 9 Wet CAO).
5. Het behelst met name
de flexiwerker meer zekerheid te geven en de werkgever meer
flexibiliteit. Binnen drie jaar kunnen meerdere contracten voor bepaalde
tijd gesloten worden (ketting), welke van rechtswege eindigen.
6. HR 9 april 1931, NJ 1931, 1494.
7. Het begrip vreemdeling is gelijkgesteld met het begrip uit de Vreemdelingenwet.
8. Wet arbeid Vreemdelingen (wet van 21 december 1994, Stb. 1994, 959).
9. Ook geldt het niet voor
vreemdelingen die een aantekening op hun vergunning hebben staan, dat
geen beperkingen gelden met betrekking tot het verrichten van arbeid (
vb. Na 3 jaar legaal verblijf.) Art. 29 WAV bepaald dat wanneer zonder
vergunning arbeid is verricht, de vreemdeling tenminste 6 maanden bij de
werkgever heeft gewerkt.
10. Ein
Einzelarbeitsvertrag liegt vor, wenn die Leistung von Arbeit im Dienst
des Arbeitgebers auf bestimmte, mit der zu verrichten Arbeit nicht in
einem unmittelbaren Zusammenhang stehende, oder auf unbestimmte Zeit
gegen Lohn versprochen wird.
11. De Zwitsers kennen een 45-urige en maximaal 50-urige werkweek.
12. Voor het Lehrvertrag art. 344 OR, handelsreizigerscontract art. 347 - 350a OR en thuiswerk art. 351-355 OR.
13. Uit het Zeitschrift
für Schweizerische Recht van juli 1998 (p. 67) blijkt echter dat
Zwitserland bezig is tot een harmonisering van recht te komen met
betrekking tot vrije verkeer (Freizügigkeiten). Ook worden EUROLEX en
SWISSLEX besproken in verband met aanpassing van recht.
14. Meestal kan iemand na
tien jaar continu in Zwitserland verbleven te hebben, een permanente
verblijfvergunning (C-vergunning) krijgen. Daartoe heeft zij met 31
staten verdragen afgesloten. Verdere eisen tot toelating voor arbeid van
bepaalde tijd, bijvoorbeeld seizoenarbeiders zijn: in principe
vergunning voor negen maanden.
Meer dan de helft van de
buitenlanders in Zwitserland beschikt ondanks de strenge regels over een
verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd. Daarnaast hebben nog
tweehonderd duizend mensen een jaarcontract. Seizoenarbeiders,
zoals in de horeca, komen
er steeds minder. Hun aantal slinkt jaarlijks met tien tot twintig
procent. Een klein en stabiel deel van de buitenlandse werknemers is
grensarbeider.
Met een
werkloosheidspercentage dat schommelt rond de vier procent heeft
Zwitserland een van de laagste werkloosheidscijfers in Europa. Maar voor
de Zwitsers is het hoog: beginjaren negentig lag dit cijfer op nog geen
één
procent. Wel is het zo, dat
de buitenlandse werknemers sneller ten prooi vallen aan de
werkloosheid: voor hen ligt het cijfer boven de tien procent, voor de
autochtone Zwitsers is dat nog geen vier procent.
Werk is vooral te vinden in
het bank- en verzekeringswezen en de chemische industrie. Maar ook het
onderwijs en de gezondheidszorg staan er niet slecht voor.
Er is werk voor:
* docenten
* verpleegkundigen (ook: ergo- en fysiotherapeuten, OK-assistenten en radiodiagnostisch laboranten)
* architecten
* ingenieurs
* wetenschappers
* chemici
* technische ambachtslieden.
De salarissen zijn goed: men kan er vaak heel wat meer verdienen dan in Nederland gebruikelijk is.
15. Met uitzondering van
arbeidszaken die betrekking hebben op de arbeidsovereenkomst tussen een
bestuurder (statutair directeur) van een besloten of naamloze
vennootschap (art. 2:131 en 241 BW wijzen daarvoor de
Arrondissementsrechtbank als bevoegde rechter aan).
16. Toekomstige
veranderingen: Volksstemming op 29 November 1998 in de bondsraad
betreffende modernisering van het arbeidsrecht. Via flexibilisering van
arbeidstijden, met name bij nacht- en zondagarbeid moeten mannen en
vrouwen gelijk behandeld gaan worden. Tegelijkertijd moet de bescherming
voor vrouwelijke werknemers vooral bij nachtdienst en moederschap
versterkt worden.
17. Er bestaat dus een
federale instelling, het Bundesgericht (HR) en een deelstateninstelling.
De deelstateninstelling kan bestaan uit een Obergericht (Gerechtshof),
een Landesgericht (Arrondissementsbank) en een Amtsgericht
(kantongerecht).
18. Voor de rechterlijke
overweging en de rechtsregels gebruikt ieder Bundesgericht zijn eigen
taal. Er kunnen dus arresten ontstaan met twee of soms drie talen erin.
Om die reden wordt vereist dat rechters en assistenten (griffiers) de
drie officiële talen van Zwitserland kunnen lezen en begrijpen, want er
bestaat namelijk geen faciliteit om te vertalen. Om linguistische
problemen te voorkomen wijst men meestal een griffier voor de
desbetreffende taal aan. Om dit te verwezenlijken heeft het gerecht de
beschikking over 26 Duitstalige, 13 Franstalige en 17 Italiaansprekende
griffiers. Van de 5500 geschreven uitspraken in 1994, was 57,8% in het
Duits, 32,8% in het Frans en 9,4% in het Italiaans geschreven.
19. De Erste
Zivilabteilung (eerste civiele afdeling) beoordeelt hoofdzakelijk alle
civielrechtelijke processen, welke liggen op het gebied van het
Obligationenrecht (dus ook arbeidsrecht), Merkenrecht, patenten,
reclamerecht enz. Ook behandelt zij bijvoorbeeld staatsrechtelijke
klachten wegens schending van de wet.
20. Het Bundesgericht
heeft zijn zetel in Lausanne en niet in Bern dat de hoofdstad van
Zwitserland is. Deze locatie was voornamelijk gekozen om een algemeen
centrale overheidsinstelling in het Franstalige gedeelte te
verwezenlijken, omdat Berne in het Duitstalige gedeelte ligt. Bovendien,
versterkt dit de onafhankelijke positie ten opzichte van andere
centrale overheidsinstellingen.
In tegenstelling tot andere
landen schrijven Zwitserse hun meningen niet zelf. Deze tijdrovende
bezigheid is toevertrouwd aan de griffiers van de raad, zodat er voor de
rechters meer tijd overblijft betreffende de rechtspraak.
Tijdens het opstellen van
die overwegingen volgt de griffier meestal de mening van de meerderheid
van de rechters in het bijzondere geval. Wanneer het afwijkt van de
outline van de rechter-onderzoeker, is zijn taak nogal creatief, want
hij moet dan een nieuwe mening schrijven die consistent is met de
meerderheidsopinie en met de vorige arresten.
Om deze taak te verlichten
mag de griffier soms zijn eigen opvatting tijdens het proces geven. De
griffiers zijn ook verantwoordelijk voor de publicatie van de
belangrijkste zaken. Zwitserland kent geen 'stare decisis' zoals in
common law landen, maar het Bundesgericht en ook de lagere kantonale
gerechten besteden toch veel aandacht aan de eerdere rechterlijke
uitspraken. De rol van de griffiers verschilt daarom nogal van de
slechts administratieve rol van andere griffiers in de meeste landen.
Dit gaat terug naar de tijd dat de griffier de enige juridisch
geschoolde persoon in de Zwitserse gerechten was. In deze situatie moest
hij zorgen voor een vaste lijn van beslissingen meer gebaseerd op
gezond verstand dan op juridische beredenering.
Bovendien krijgt iedere rechter, een persoonlijke assistent toegewezen die hem bij het voorbereiden van het verslag.
Naast deze taak schrijft de
assistent ook meningen, in het bijzonder in welke hij gespecialiseerd
is, omdat hij als bij het voorbereiden van het verslag betrokken was. De
functie van assistent is pas recentelijk ingevoerd, om de werkdruk van
het Bundesgericht te verlichten.
21. BGE 98 Ia 567 E. 6, 100 Ia 130 E. 7, 113 Ia 118 E. 5.
22. BGE 103 III 276, 107 II 233, Extraits 1977 27, BJM 1976 103, ZR 1977 125.
23. Het Bundesgericht
bestaat uit 30 rechters, die door de samengevoegde Bundesrat
(Bondsvergadering), Nationale Raadsvergadering en de Ständerat (
Statenraad) worden benoemd.
Volgens de constitutie kan
elke burger die verkiesbaar is, in theorie, als rechter gekozen worden
voor het Bundesgericht. Maar in praktijk zijn het vaak alleen de
advocaten. De constitutie vereist ook dat alle drie officiële talen in
het Bundesgericht vertegenwoordigd zijn. Er zijn op dit moment 18
Duitstalige, 9 Franstalige, 2 Italiaanstalige en zelfs nog één
Romaanstalige rechter aanwezig. De meeste van hen komen uit de
Obergerichten en Landesgerichten, sommigen uit advocatenkantoren en een
enkele uit een hoge overheidsinstelling.
24. Andere redenen zijn
het verlies van het bankgeheim, en de kwestie van het Nazi-goud dat mede
door internationale politieke druk teruggeven moet worden aan de Joden.
25. Uit juridische
tijdschriften blijkt telkens weer hoe zeer de Zwitsers hameren op het
democratische gedachtengoed, en zaken zoals onafhankelijkheid maar ook
fundamentele grondrechten en rechtsbeginselen. Er wordt altijd
voorafgaande aan wat voor (nieuw) onderwerp dan ook, ingegaan op de
rechtstaatidee en de democratische grondslag, maar voornamelijk
betreffende vergelijking van recht met andere Europese landen.
NB: Leest u a.u.b. de disclaimer, klik hier.
© Alle rechten voorbehouden aan rechtsbronnen.nl